[ Pobierz całość w formacie PDF ]
.4.6.2 De particularistische houdinglde rechten van de moedertaal vrijwaren - centrale factor in de identiteit van het Vlaamse volkllze waren ook van mening dat het gebruik van Vlaamse woorden en vormen een bijdrage leverde aan de taalrijkdomllde sterkste groep van particularisten - West-Vlaanderen; markante figuren - Leonard Lodewijk de Bo, Guido Gezellellhet Frans was voor de West-Vlaamse particularisten evenzeer uit den boze als Nederlandsl4.4.6.3 Oriëntatie op het noordelijke Nederlandslde voorstanders van een oriëntatie op het noordelijke Standaardnederlands waren in de praktijk aan de winnende handllalle goedbetaalde banen waren in handen van de Franstalige hogere burgerij en de kennis van het Frans was absoluut noodzakelijk om tot die banen en die hogere sociale groep toegang te krijgenllde kleine burgerij wilde de bestaande dominante culturele code in Vlaanderen door een nieuwe vervangen die hun mogelijkheden zou bieden tot sociale promotie; de kleine burgerij moest immers niet alleen afstand tussen zichzelf en de hogere klasse verkleinen maar ook zich duidelijk distantiëren van de massa, die dialect sprakllZO: oriëntatie op het noordelijke Nederlands - het was een cultuurtaal, beschaafde taalllde keuze vond instemming en steune bij Vlaamse politici en bestuurderslleen beslissing, om de taal in Vlaanderen Nederlands te noemenl4.4.8 Verbreiding en gebruik van de standaardtaal in Vlaanderenlde verbreiding was in het begin van de 20ste eeuw erg langzaamllvanaf de jaren '50 en '60 heeft het Standaardnederlands een ruimere verspreidng gekregen, door:llgeleidelijke verdwijning van het Frans uit het opanbare leven in Vlaanderenllde verbetering van de beheersing van het Nederlands door onderwijs en lerarenllde verlenging van de leerplichtllde democratisering van het middelbaar en hoger onderwijsllde gunstige invloed en voorbeeldfunctie van radio en TVllhet Standaardnederlands is voor de meeste Vlamingen die het spreken een “zondagspak” gebleven - alleen in formele situaties gebruikt; de Vlamingen voelen zich slecht in de zondagspaklltaalvariëteiten: dialect, regionale omgangstaal=regiolect, en een taal die ergens tussen Standaardnederlands en regiolect in zit=tussentaalllveel Vlamingen spreken tussentaal omdat ze niet de kans hebben gekregen of de mogelijkheid hebben gehad om behoorlijk Standaardnederlands te lerenller zijn ook mensen, die willen geen Standaardnederlands sprekenll
[ Pobierz całość w formacie PDF ]